De hyacint is hét gezicht van de bloembollen die in het voorjaar bloeien. De hyacint is verbonden aan Nederland, maar komt niet hier vandaan. Het gewas komt oorspronkelijk uit Klein-Azië en is in het laatste kwart van de 16e eeuw langs verschillende wegen in Nederland terechtgekomen. Dat de bollenteelt juist in Nederland zo’n succes is geworden, is te danken aan het zeeklimaat en de goede zandgronden langs de kust. Toch gaat het allemaal niet vanzelf. Aan elke hyacintenbol is vier jaar gewerkt om ervoor te zorgen dat hij uiteindelijk bij de consument een topprestatie kan leveren. In deze vier jaar luistert het bijzonder nauw met de verzorging. Er moet worden geplant, verzorgd en geoogst. Een goede rassenkeuze is van groot belang voor zowel de teelt als de afzet. Hoewel de teelt van hyacinten een lange historie kent, is de productie van hyacinten als snijbloem, de broeierij, pas kort geleden opgekomen.

De handleiding De teelt en broei van hyacinten beschrijft de teelt van hyacinten en het in bloei trekken van hyacinten. Van uitgangsmateriaal tot aan het afleveren van het eindproduct. Alle teelttechnische aspecten komen daarbij aan bod: planten, gewasverzorging, oogst, verwerking, bewaring en bescherming tegen ziekten en plagen. Daarnaast bevat deze uitgave algemene informatie over botanische kenmerken van de hyacint, sortiment en de geschiedenis van de teelt.

Deze uitgave vormt een belangrijke basis voor werkenden, studenten en iedereen met interesse in de teelt van hyacinten.